Merkwaardige macro mineralen
een informatieve rubriek met handstukken uit de collectie van Raymond Dedeyne,
door hemzelf becommentarieerd en door Theo Muller van foto’s voorzien - voor vragen of suggesties, email
mmm@minerant.org
MANGAANDIEPZEENODULE
Central Indian Ocean Basin
In 1965 verscheen van de hand van John L Mero een boek met als titel “The Mineral Resources of the Sea”. Daarin stelde de schrijver dat nagenoeg onbeperkte reserves aan mangaan, koper, nikkel, kobalt, zink en andere metalen voorkwamen op aanzienlijke diepte (meestal 4000 tot 6000 meter), verspreid over de bodem van de oceanen van deze planeet, in de vorm van wat hij als “mangaannodulen” bestempelde. Dat waren afzettingen van metaaloxiden rond een of andere kern, waarvan de afmetingen varieerden van microscopisch klein tot wel 20 centimeter doormeter – meestal ter grootte van pakweg een kippenei of een aardappel.
Deze claim werd de oorzaak van een regelrechte hype: geen enkele zichzelf respecterende natie of metaalgigant kon zich permitteren een dergelijke buitenkans aan zich te laten voorbijgaan. In de daaropvolgende jaren werden dan ook een geschatte 650 miljoen dollar gespendeerd aan de exploratie van Mero’s claim - helaas met een uiteindelijk hoogst bedroevend rendement. De nodulen bleken wel degelijk te bestaan: uit de oostelijke evenaarszone van de Stille Oceaan werden enkele honderden ton bovengehaald waaruit met succes nikkel, koper en kobalt werden geëxtraheerd. Er werden geschikte ontginningstechnieken ontwikkeld: zowel oppompen met krachtige hydraulische pompen als dreggen met continue lijnen bleken werkbare methodes. De geschatte hoeveelheden daarentegen bleken schromelijk overdreven en de exploitatiekosten een zeer dure aangelegenheid. Wanneer rond die tijd de metaalprijzen dan ook nog eens kelderden was het lot van “deep sea mining” uiteindelijk bezegeld: in 1982 werd van verdere ontginning afgezien.
Grootschalige toekomstige productie wordt bovendien ook nog eens bedreigd door andere onzekerheden. De potentiële impact op het milieu is één daarvan: over de ecosystemen van de diepzee is zelfs heden ten dage bedroevend weinig geweten - laat staan dat je de schade daaraan kunt inschatten. Schrijf maar eens een milieueffectrapport (MER) over de verstoring van een milieu dat zo goed als onbekend is! Ook de behandeling van de “mining tailings” (de onbruikbare residuen na recupereren van de waardevolle bestanddelen) is problematisch: de enige economisch haalbare oplossing is momenteel nog die ter plaatse terug in zee dumpen, maar met de nog aanwezige concentraties aan zware metalen kan dat aanzienlijke pollutie over uitgestrekte wateroppervlaktes veroorzaken. Ook het internationaal recht zorgt voor de nodige problemen. Sinds 1994 regelt de ISA (International Seabed Authorities) alle diepzeeontginningen die buiten een zone van 200 zeemijlen (370 km) van de kust van individuele naties vallen en de eisen die ze daarbij stellen zijn niet van de minste. Zo moet elke natie een onderneming dubbel uitvoeren: één voor haarzelf en een tweede die aan de ISA wordt overgedragen. Daarbovenop moet voor een periode van 10 tot 20 jaar een transfer van mijntechnologie naar diezelfde ISA worden gegarandeerd. Dergelijke buitensporige voorwaarden dateren nog uit de vroege jaren van de diepzeeontginning, toen nog aangenomen werd dat de economische voordelen toch gigantisch zouden zijn, maar heden ten dage weten we ondertussen wel beter. Het is dan ook niet verwonderlijk dat sommige naties de ISA regulering niet langer willen onderschrijven. En tenslotte heb je ook in dit domein het verschijnsel dat inheemse drukkingsgroepen bezwaren maken tegen het exploiteren van wat zij als “hun” historische eigendommen beschouwen. Problemen van die aard deden zich voor ten noordoosten van Papua Nieuw Guinea - waar momenteel een interesse bestaat voor goud- en koperwinning in de Bismarck Zee - en in Nieuw Zeeland, waar de Maoris protest aantekenden tegen een staatsexploitatie van “hun” zeebodem. Kortom: de mangaannodules zijn er effectief en we weten hoe ze te exploiteren – maar grootschalige ontginning is nog niet voor morgen.
Het specimen op de foto (60 x 60 x 55 mm, 222 gram) is een mangaannodule (of alternatief: polymetallische nodule) die ik kocht op de beurs van Brussel in 2015 uit de recyclage van een oude mineralenverzameling. Het is afkomstig uit de Indische Oceaan, nabij het Frans overzees departement Réunion, ten oosten van Madagaskar, waar het werd opgevist uit een diepte van ongeveer 5000 meter. Het is bij benadering kogelrond, maar ook andere vormen - van ellipsoïdaal over langwerpig tot totaal onregelmatig – kunnen voorkomen. De oppervlaktetextuur is ietwat botryoïdaal. De kleur is beige in de dalen en glanzend zwart op de verhevenheden (mogelijk door abrasie?). Een analyse werd niet uitgevoerd (ik heb maar één exemplaar en dat wil ik liever niet opofferen aan de wetenschap) maar normaliter verwacht je hier vooral mangaan (onder de vorm van complexe oxides en hydroxides zoals o.a. todorokiet, birnessiet en buseriet - waarvan ik je gemakshalve de complexe chemische formules bespaar), naast kleinere hoeveelheden koper, nikkel, kobalt en ijzer. Soms bevatten ze insluitsels zoals een haaientand of een slak. De benaderde soortelijke massa van mijn exemplaar laat zich schatten op ongeveer 2,2 (massa 222 gram gedeeld door het volume van een bol met straal 29 mm = 102 mm
3) wat eerder aan de lichte kant is: mogelijk is het van binnen hol.
Een echt mineraal kun je dit niet noemen – eerder een curiosum. Ooit werden ze op de verzamelaarsmarkt frequent aangeboden maar sinds het verdwijnen van de interesse in diepzee exploitatie zijn ze daar grotendeels verdwenen. De beste kans maak je heden ten dage nog bij een liquidatie van een oude verzameling: reken daarbij op een prijs van enkele tientallen Euro’s. Toch is er geen tekort aan mangaannodules: in 1981 werd de totale wereldwijde reserve – verspreid over alle oceanen – op 500 biljoen ton geschat. Er is dus ruim genoeg voor iedereen en ze liggen gewoon voor het oprapen. Als we nu ook nog iemand konden vinden die ze wil halen?
alfabetische index